Nota van aanbieding
Het afgelopen jaar kenmerkt zich bij gemeenten in Nederland door sterk oplopende tekorten in het sociaal domein. Met name voor uitvoering van de Jeugdwet en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning worden gemeenten in het hele land, groot en klein, geconfronteerd met onvoorziene toename van de kosten. Op basis van een actuele prognose stijgen de uitgaven voor de jeugdzorg verder door. Hierover hebben wij u in een raadsinformatiebrief geïnformeerd. De cijfers zijn nog niet verwerkt in deze begroting. Er is al veel inspanning geleverd om die kostenstijging te verklaren en te beheersen. Voor een deel heeft dat effect, maar er blijven ook nog vragen open staan. Het rijk heeft deze problematiek onderkend en voor de jaren 2019 – 2021 een miljard euro beschikbaar gesteld om gemeenten tegemoet te komen in de tekorten en maatregelen te treffen om de kosten te beheersen. Het kabinet doet over de jaren na 2021 geen toezeggingen. Dat is aan het volgende kabinet. Met de provincies is echter wel afgesproken dat gemeenten in hun meerjarenperspectief ook voor 2022 en 2023 rekening mogen houden met deze extra middelen. De kostenontwikkeling binnen het sociaal domein betekent dat het financieel perspectief voor de Nederlandse gemeenten is verslechterd. Goirle vormt daarop geen uitzondering.
Een nieuwe invulling van het besluitvormingsproces
De voorjaarsnota 2020, die u in mei 2019 is aangeboden, staat al volop in het teken van de financiële problematiek waarmee de gemeente Goirle geconfronteerd wordt. Naast de analyse van de tekorten zijn voorstellen gedaan voor dekking van deze tekorten door een pakket aan bezuinigingsmaatregelen. De gemeenteraad heeft de voorjaarsnota in zijn vergadering van 3 juni 2019 voor kennisgeving aangenomen. Daarbij heeft de raad overwogen dat, voordat tot ingrijpende maatregelen wordt besloten, de inwoners ruimte moeten krijgen om hierover mee te praten. Een gemengde ambtelijke en bestuurlijke projectgroep heeft vervolgens “meedenksessies’’ georganiseerd, waarvoor alle inwoners zijn uitgenodigd om deel te nemen. Uiteindelijk heeft dit geresulteerd in een bijeenkomst op zaterdag 14 september 2019, waar inwoners op creatieve en interactieve wijze hebben meegedacht over de vraag wat echt belangrijk is voor Goirle. De opbrengst van deze dialoog wordt aan de gemeenteraad voorgelegd, waarop de raad richting kan geven aan het college voor de voorbereiding van een voorstel voor dekking van de tekorten in de begroting.
Deze directe betrokkenheid van inwoners bij de totstandkoming van de begroting is nieuw in onze gemeente. Het past in het streven om de band tussen inwoners en gemeentebestuur te versterken. Tegelijkertijd is dit ook een experiment. Wij hopen hiervan veel te leren voor toekomstige vraagstukken die onze inwoners direct raken.
Begroting met stelpost voor nieuw beleid
In lijn met het hiervoor geschetste besluitvormingsproces hebben wij de begroting opgesteld op basis van ongewijzigd beleid. Raadsbesluiten tot en met de vergadering van 2 juli 2019 zijn verwerkt. Ondanks het nadelige saldo in deze meerjarenbegroting is wel een stelpost voor nieuw beleid opgenomen. Ontwikkelingen staan immers niet stil en vragen om actie van het gemeentebestuur. Wensen voor nieuw beleid moeten worden afgewogen tegen noodzakelijke bezuinigingen op bestaand beleid. Bij de verschillende programma’s in de begroting hebben we een overzicht opgenomen van deze wensen, om de integrale afweging te vergemakkelijken. Ten opzichte van de voorjaarsnota hebben wij één wijziging van substantieel belang aangebracht in de wensen nieuw beleid. Op basis van voortschrijdend inzicht verwachten wij dat de investering in (ver)nieuwbouw van het Mill Hillcollege niet eerder dan in 2023 start. De kapitaallasten van de investering hebben wij een jaar doorgeschoven. Naast nieuw beleid waarvoor dekking moet worden gevonden in de begroting, wordt in 2020 incidenteel budget voorgesteld ad € 952.000 dat wordt gedekt uit onze algemene weerstandsreserve (AWR). Enkele administratieve bezuinigingsmaatregelen uit de voorjaarsnota hebben wij wel verwerkt in deze begroting. Dit betreft het voordeel door herfinanciering van hoogrentende geldleningen, een stelpost voor een voordeel op kapitaallasten en een post voor onderuitputting op budgetten. Deze maatregelen hebben geen invloed op het takenpakket of voorzieningenniveau.
De begroting sluit met een aanzienlijk tekort, wat de omvang van de bezuinigingstaakstelling weergeeft.
Saldo meerjarenbegroting (x 1.000) | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
Saldo baten en lasten bestaand beleid | -3.253 | -1.999 | -1.562 | -1.247 |
Stelpost: Kapitaallasten nieuw beleid | -106 | -172 | -240 | -708 |
Stelpost: Exploitatielasten nieuw beleid | -297 | -282 | -246 | -246 |
Saldo baten en lasten inclusief stelpost nieuw beleid | -3.656 | -2.453 | -2.048 | -2.201 |
Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves | 1.927 | 954 | 510 | 411 |
Begrotingssaldo na bestemming | -1.729 | -1.499 | -1.538 | -1.790 |
Waarvan incidentele baten en lasten (saldo) | 52 | 34 | 34 | 34 |
Resultaat | -1.677 | -1.465 | -1.504 | -1.756 |
Nadeel | Nadeel | Nadeel | Nadeel |
Verklaring van verschil ten opzichte van de uitkomsten Voorjaarsnota
| 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
Tekort VJN meerjarenraming ( x € 1.000,00) | -2.129 | -1.951 | -2.101 | -2.483 |
Verdere verhoging budgetten Wmo | -360 | -360 | -360 | -360 |
Hoger budget Huishoudelijke verzorging | -200 | -200 | -200 | -200 |
Hoger budget bijzondere bijstand | -90 | -90 | -90 | -90 |
Aanbesteding huur vervoermiddelen | -80 | -80 | -80 | -80 |
Hogere uitkering integratie uitkering Voogdij 18+ | 150 | 150 | 150 | 150 |
Hogere bijdrage rijk in de tekorten jeugdzorg | 350 | 350 | 350 | 350 |
Hogere AU loon en prijscompensatie jeugdzorg | 115 | 115 | 115 | 115 |
Hogere AU loon en prijscompensatie Wmo | 175 | 175 | 175 | 175 |
Verwerken administratieve wijzigingen | 466 | 438 | 409 | 381 |
Correctie gereserveerde kapitaallasten Mill Hill | 0 | 0 | 400 | 400 |
Overige mutaties | -74 | -12 | -272 | -114 |
Tekorten concept meerjarenbegroting | -1.677 | -1.465 | -1.504 | -1.756 |
Dekkingsplan
Aan de hand van de uitkomsten van de meedenksessie geeft de gemeenteraad richting aan het college voor de voorbereiding van het dekkingsplan met bezuinigingen en inkomsten verhogende maatregelen. Daartoe worden de bezuinigingsvoorstellen uit de voorjaarsnota nog eens tegen het licht gehouden en aangevuld met een breed pakket aan keuzes in bestaand beleid. Wij verwachten dat hiermee een samenhangend pakket aan bezuinigingsmaatregelen kan worden aangeboden. Dat neemt echter niet weg dat bezuinigingen op bestaand beleid altijd ten koste zullen gaan van voorzieningen. De keuzes worden daarmee niet makkelijker of minder pijnlijk. Door de kostenontwikkelingen in jeugdzorg en maatschappelijke ondersteuning is de begroting structureel uit balans geraakt.
Na de eerdergenoemde injectie van 1 miljard euro van het kabinet verwachten wij geen grote aanvullende bijdragen van het rijk. Dat betekent dat we binnen het beschikbare budget naar een nieuw evenwicht moeten zoeken. Zonder deze keuzes zal de financiële positie van de gemeente in hoog tempo verslechteren.
Het richtinggevende besluit van de gemeenteraad is voorzien voor de raadsvergadering van 24 september 2019. Het college bereidt vervolgens een dekkingsplan voor, dat aan de gemeenteraad wordt voorgelegd op 10 oktober 2019. Dit dekkingsplan maakt via een 1e wijziging van de begroting onderdeel uit van de besluitvorming over de begroting op 12 november 2019. Daarnaast wordt een 2e wijziging aangeboden, waarin de kapitaallasten nieuwe investeringen en de budgetten van nieuw beleid aan het juiste taakveld worden toegewezen.
Het bestuursakkoord en de uitvoeringsagenda
In deze tweede begroting van de nieuwe raadsperiode zetten wij verder de lijnen uit voor realisering van de ambities uit het bestuursakkoord. We hebben de ambities uit het bestuursakkoord vertaald naar de uitvoeringsagenda van het college. Ondanks de beperkte financiële middelen zetten wij in op de kernthema’s uit het bestuursakkoord: dienstbaar en duurzaam. In de afgelopen jaren zijn hiervoor al middelen structureel vrijgemaakt. We ontwikkelen een visie op dienstverlening en stellen een Plan van Aanpak op voor verbetering van onze dienstverlening. We herijken onze servicenormen. Afhankelijk van de uitkomsten van een onderzoek naar de invoering van een Klantcontactcentrum stellen we een vervolgplan op. De doorontwikkeling van ’t Loket zal in 2020 zijn definitieve vorm krijgen. Eind dit jaar zullen wij met een voorstel naar uw raad komen. Wij willen een Duurzaamheidsfonds oprichten. Samen met ondernemers gaan we een nieuwe Economische agenda opstellen. Investeringen in wegen, verkeersvoorzieningen, openbare verlichting en riolering vinden plaats volgens de daartoe opgestelde planningen. Ook de implementatie van de Omgevingswet zal het komende jaar opnieuw aandacht vragen. Daarvoor wordt voorgesteld om ook in 2020 middelen vrij te maken.
Organisatieontwikkeling
In 2020 zetten we de organisatieontwikkeling verder door. Op basis van de inmiddels vastgestelde organisatievisie en de visie op leiderschap wordt de tweede fase van het organisatieontwikkelingstraject uitgevoerd. Om uiteindelijk een organisatie te hebben die in staat is beter en sneller in te spelen op de veranderde omgeving, en dienstbaar, voorspelbaar en betrouwbaar handelt.
De migratie naar het ICT-platform van Equalit versnelt en verbetert de GHO-samenwerking en het vervolg hierop zal vorm krijgen door het verder harmoniseren van processen en applicaties. We zien een aantal (landelijke, wettelijke en wenselijke) ontwikkelingen op ons af komen op het vlak van informatiemanagement en ICT. In de samenwerking in Equalit-verband moet de impact daarvan in het komende jaar duidelijk worden. Met onze partnergemeenten Hilvarenbeek en Oisterwijk blijven wij inzetten op verhoging van kwaliteit en vermindering van kwetsbaarheid en kosten.
Financieel perspectief
Voor beoordeling van de financiële positie kijken wij verder dan alleen naar het saldo van de meerjarenbegroting. Indicatoren als de ontwikkeling van de reserves en schulden (schuldquote, solvabiliteit, etc.), belastingdruk, het perspectief op de grondexploitaties en inschatting van risico's zijn onderdeel van het oordeel over de financiële positie. In deze paragraaf belichten wij die verschillende aspecten, zodat snel een compleet beeld ontstaat.
Ontwikkeling reservepositie
De realisatie van onze ambities vraagt structureel en incidenteel om extra middelen.
Voor dekking van incidentele kosten doen wij een beroep op de AWR. Daarmee nemen onze reserves in de loop van deze raadsperiode af.
x € 1.000.000 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
Saldo begin van het jaar | 24,3 | 20,5 | 18,0 | 16,0 |
Toevoegingen | 0,2 | 0,2 | 0,2 | 0,2 |
Onttrekkingen | -2,3 | -1,2 | -0,7 | -0,6 |
Saldo eind van het jaar | 22,2 | 19,5 | 17,5 | 15,6 |
Tekort begroting | -1,7 | -1,5 | -1,5 | -1,8 |
Gecorrigeerd saldo | 20,5 | 18,0 | 16,0 | 13,8 |
De AWR duikt daarbij ver onder de door de raad vastgestelde ondergrens van € 2 miljoen.
Om deze vrije reserve weer terug op een redelijk niveau te brengen is het voorstel om twee reserves, waarbij de rente als structureel dekkingsmiddel in de begroting is meegenomen toe te voegen aan onze vrije reserve.
Het betreft de volgende twee reserves:
- De algemene (geblokkeerde) reserve € 2.875.000
- Bestemmingsreserve onderhoud Turnhoutsebaan € 2.100.000
Omdat deze reserves een inkomensfunctie hadden en we tot circa 10 jaar geleden nog een rente hanteerden van 5% was de dekking in de begroting substantieel. Sindsdien is de rente fors gedaald en vanwege een wijziging in het Besluit Begroting en Verantwoording heeft de inkomensfunctie haar betekenis verloren. De toegerekende rente in de begroting 2020 bedraagt in de begroting slechts 1,31% en dat is een bedrag van € 64.675.
Door deze rente niet meer als structureel dekkingsmiddel te ramen ontstaat een budgettair nadeel tot dit bedrag maar daarentegen komt er bijna € 5 miljoen incidentele ruimte vrij.
Belastingdruk
De lokale lastendruk wordt bepaald door de som van de onroerende-zaakbelastingen, de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. De onroerende-zaakbelastingen hebben wij verhoogd met 2,4%, gelijk aan de inflatie in de periode mei 2018 - mei 2019. Het tarief voor de rioolheffing kan licht dalen. De tarieven voor de afvalstoffenheffing stijgen substantieel. De gemeenteraad heeft in de begrotingsvergadering 2019 besloten om het tarief minder snel te laten stijgen, in afwachting van een mogelijke daling van de kosten. Toen is ook uitgesproken om in 2020 de tarieven weer kostendekkend vast te stellen. In de paragraaf lokale heffingen wordt nader ingegaan op de belastingvoorstellen. Daarin is ook een overzicht opgenomen van de kostendekking van de verschillende heffingen.
Langlopende geldleningen
Met een verhouding tussen eigen vermogen en totaal vermogen van 32% (de zogenaamde solvabiliteit) heeft Goirle een relatief bescheiden schuldpositie. De langlopende geldleningen bedroegen € 26.060.914 per 1 januari 2019. Aanvang 2019 is kritisch gekeken naar onze geldleningenportefeuille. Omdat de rente voor lang geld verder is gedaald en we in de portefeuille geldleningen hebben lopen tussen de 4,6 en 4,85% is actie ondernomen om deze geldleningen te herfinancieren. Dat betekent echter dat we worden geconfronteerd met een fors bedrag voor het agio (boeterente). Deze boeterente hebben we meegefinancierd in een nieuwe geldlening en door deze transactie kunnen we een rentevoordeel inrekenen van afgerond € 293.000 voor 2020.
Risico's
Voor een goed oordeel over de financiële positie van Goirle is het belangrijk om inzicht te hebben in de risico's. In de paragraaf weerstandsvermogen worden die risico’s gekwantificeerd en afgezet tegen het beschikbare weerstandsvermogen. Naast het financiële risico dat de uitvoering van de Jeugdwet nog steeds met zich meebrengt, noemen wij hier het risico dat de extra impuls van het rijk voor jeugdzorg door een nieuw kabinet niet structureel wordt gemaakt. Voor Goirle zou dat een nadeel betekenen van € 350.000 vanaf 2022.